Diabetes en de menstruatiecyclus

Ergens tussen 10 en 18 jaar gaan meisjes voor het eerst menstrueren. Een menstruele cyclus duurt ongeveer 28 dagen en wordt aangestuurd door verschillende hormonen: oestrogeen, progesteron, FSH (follikelstimulerend hormoon) en LH (luteïniserend hormoon). De hoeveelheid hormonen wisselt steeds in de loop van de maand. Rondom de ovulatie, halverwege de cyclus, is het oestrogeenniveau op zijn hoogst. Na die piek volgt een snelle daling en tijdens de menstruatie is het oestrogeenpeil op zijn laagst. Het progesteronpeil is juist hoog in de twee weken voor de menstruatie. Je ziet: al die hormonen schommelen voortdurend. Daarom voelen meisjes en vrouwen zich tijdens hun cyclus ook niet altijd hetzelfde: soms zitten ze lekker in hun vel, soms juist niet. 

 

Hypers en hypo’s rondom de menstruatie

Zowel oestrogeen als progesteron hebben invloed op de insulinegevoeligheid. Ze zorgen ervoor dat je minder gevoelig bent voor insuline. Dat verklaart het feit dat meisjes vaak hypers hebben vlak voor hun menstruatie. Omdat ze tijdens hun menstruatie minder van deze hormonen in hun lijf hebben, kunnen ze dan weer extra gevoelig reageren op insuline – met hypo’s als gevolg. Goed om te weten: niet elk meisje reageert hetzelfde op die hormoonschommelingen. Dus als je merkt dat jouw dochter juist vaak hogere waardes heeft tijdens haar menstruatie, is dat helemaal niet gek.

 

Let op: het werkt ook andersom!

Zoals je hierboven kunt lezen, heeft de maandelijkse cyclus dus invloed op de diabetes. Maar het werkt ook andersom: diabetes kan namelijk óók invloed hebben op de menstruatie. Zo weten we dat meisjes met diabetes type 1 vaker een zwaardere en langere menstruatie hebben. Ook kan hun cyclus wat minder voorspelbaar zijn: de ene keer duurt hij wat langer, dan weer wat korter. Hoe beter de bloedglucosewaarden zijn, hoe minder last ze daarvan zullen hebben. Terwijl een slechte diabetesregulatie kan leiden tot een onregelmatige cyclus. De menstruatie kan zelfs helemaal uitblijven.

 

Hoe ontdek je wat het bij jouw dochter doet?

Het is natuurlijk fijn als je dochter weet hoe haar lichaam (en haar diabetes) reageert op de menstruatie. Om te ontdekken wat het effect van de cyclus op de bloedglucosewaarden is, kan je dochter een aantal dingen doen:

  • een dagboek bijhouden. Vraag of ze een paar maanden elke dag op wil schrijven of ze veel hypers of hypo’s heeft die ze niet goed kan verklaren. Laat haar ook noteren wanneer ze menstrueert.
  • een uitdraai van de pompgegevens bekijken. Kijk samen of je een patroon ziet in de cyclus en het effect op de bloedglucosewaarden.
  • haar cyclus bijhouden met behulp van een gratis app, zoals de Flo Menstruatiekalender of de Life Periodetracker. Ook die maken het makkelijker om patronen te herkennen.  

 

Zie je na een aantal maanden een duidelijk patroon rondom de menstruatiecyclus? Overleg dan met het behandelteam of je dochter haar insulinegebruik moet aanpassen. 

 

Moodswings: ook die horen erbij

Als je bloedglucosewaarden schommelen, heeft dat vaak invloed op je humeur. En van een flinke hypo kun je behoorlijk chagrijnig worden. Maar ook van die wisselende hormoonspiegels kun je moodswings krijgen. Het is goed om te beseffen dat je dochter niet altijd weet waar dat boze of verdrietige gevoel vandaan komt. Soms zijn het de hormonen, soms haar bloedglucosewaarden. Die stemmingswisselingen horen er gewoon bij in de tienerjaren. En meestal worden ze wat minder heftig als je dochter ouder wordt. Gelukkig maar!

Vragen na het lezen van dit artikel?

Neem dan gerust contact met ons op, onze DiabetesExperts gaan graag met je in gesprek.

Nieuwsbrief melding

Altijd op de hoogte?

Ontvang 4x per jaar de nieuwste diabetes technologie in je mailbox.