Diabetes en sporten: dit is goed voor je! 

Sporten is voor iedereen belangrijk. Het houdt je in conditie, zorgt voor sterke spieren, geeft meer energie en maakt dat je lekker slaapt. Bijna de helft van de Nederlandse kinderen beweegt te weinig, weten we uit onderzoek. De Gezondheidsraad heeft voor kinderen van 4 tot 18 jaar de volgende richtlijnen opgesteld: 

  • Minstens elke dag een uur matig intensieve inspanning, zoals fietsen, wandelen of zwemmen. Meer is nog beter! 
  • Minstens drie keer per week activiteiten die je spieren en botten sterker maken, zoals springen, dansen of krachtoefeningen. 
  • Voorkom veel stilzitten, bijvoorbeeld achter een scherm. 
     

Sporten als je diabetes hebt 

Als je diabetes hebt, is het extra goed om te sporten. Door te sporten wordt je lichaam gevoeliger voor insuline. Je hebt dus vaak minder insuline nodig om een mooie, stabiele bloedglucose te houden. Dat zorgt voor een beter HbA1c en een betere Time in Range (TIR). Ook blijf je makkelijker op een gezond gewicht als je voldoende beweegt. 

Toch is sporten met diabetes best een uitdaging, weet Bas van de Goor: “Dat uurtje sporten dat gooit als het ware een steen in de vijver van je glucosewaarde. Daardoor kan die waarde stijgen of dalen, soms zelfs uren later nog. Het lastige is: er zijn veel factoren die daarbij meespelen. Je kunt dus niet altijd zeggen: als je gaat sporten gebeurt dit of dat. Zeker bij kinderen blijft het zoeken naar een aanpak die werkt. Lukt het niet, probeer dan een aanpassing te maken en kijk of dat werkt. Probeer je het drie keer en lukt het niet, geef de moed dan niet op. Het is niet onmogelijk om te sporten als je diabetes hebt, je moet alleen de juiste balans vinden.” 
 

Sporten met diabetes: 3 factoren die je bloedglucose beïnvloeden 

Er zijn drie factoren die belangrijk zijn als je kind met diabetes gaat sporten: de hoeveelheid insuline in het lichaam, het type sport dat je kind gaat beoefenen en de mate van stress die daarbij komt kijken.

1. Actieve insuline: door te sporten neemt je gevoeligheid voor insuline toe: insuline kan wel 3 tot 5 keer zo hard gaan werken. Bas: “Probeer dus met zo min mogelijk insuline in je lichaam te gaan sporten. Zo voorkom je dat je te snel gaat dalen. Heb je een insulinepomp, gebruik dan de tijdelijke basaal functie of zet je pomp tijdelijk op stop. Of geef minder insuline voor de maaltijd als je daarna gaat sporten.”

2. Type sport: het maakt ook verschil wat voor soort sport je kind doet. Bij duursporten zoals hardlopen, fietsen of zwemmen gaat de glucosewaarde vaak naar beneden. Je hebt dan dus minder insuline nodig dan normaal. Een korte, explosieve inspanning zorgt juist vaak voor een stijging van de glucosewaarde. Bas: “Ook een half uur naar school fietsen kun je zien als een duursport. Je merkt dan al dat de insulinebehoefte daalt; een boterham kun je soms zonder bolus wegfietsen.”

3. Stress: een korte, intensieve inspanning ervaart je lichaam als stressvol. Er komen dan stresshormonen vrij waardoor je glucosewaarde stijgt. Je ziet dit vaak bij judo, karate of sprinten bijvoorbeeld. Bas: “Ook wedstrijdstress heeft invloed. Een volleybaltraining van anderhalf uur kan ervoor zorgen dat je daalt, terwijl een wedstrijd van anderhalf uur om het kampioenschap juist hoge glucosewaardes kan geven.” 
 

Hoe voorkom je een hypo tijdens het sporten? 

Tijdens het sporten verbruik je energie en dat merk je aan je glucosewaarde. Meet de waarde daarom altijd voor je kind gaat sporten. Bas: “Een glucosewaarde van 8 is prima voor een potje judo, maar niet voor een langdurige inspanning. Natuurlijk zit je het liefst de hele dag rond 6, maar even hoger zitten omdat je wilt gaan sporten (bijvoorbeeld op 12) is niet erg. Het negatieve effect van een tijdelijk verhoogde waarde is veel kleiner dan het positieve effect van een uurtje sporten.” 

Laat je kind trage koolhydraten eten voor het sporten. Die worden langzamer opgenomen in het lichaam. Snelle koolhydraten gebruik je alleen als je kind richting hypo dreigt te gaat. Hoe geleidelijker de koolhydraten worden aangevuld, hoe fijner het is. 
 

Sporten met een hyper: even oppassen 

Wat doe je als je kind vlak voor de wedstrijd een hoge glucosewaarde heeft? Bas: “Dan moet je goed bedenken waar die hoge waarde vandaan komt. Heb je net veel koolhydraten gegeten? Heb je een tekort aan insuline? Of komt het door de stress? Met een waarde hoger dan 15 kun je beter niet gaan sporten als je geen insuline in je lichaam hebt. Je kunt elke glucosewaarde naar beneden sporten, maar er moet wel voldoende insuline aan boord zijn. Anders gaat je lichaam vet verbranden om aan energie te komen en loop je het risico op een ketoacidose.” 
 

Sporten met een insulinepomp 

Heeft je kind een insulinepomp, dan kun je ervoor kiezen om die maximaal twee uur af te koppelen. Stop de toediening van insuline ook, zodat de insulinepomp/CGM weet dat er niets is gegeven. Omdat je kind tijdelijk geen insuline krijgt, check je tussendoor regelmatig de glucosewaarde. Bas: “Let bij het aankoppelen van een pomp met een sensor even op: het kan zijn dat de pomp automatisch een correctiebolus wil geven. Laat je dat gebeuren, dan krijg je meer insuline dan wenselijk is. Je moet dus zelf even die bolus stoppen.” 

Vaak lukt het ook prima om de pomp aangekoppeld te houden tijdens het sporten. Om hypo’s te voorkomen zet je de basaalstand lager of stop je de toediening. Je kind kan de pomp in een speciale buikband of sportband dragen. Tip: kinderen tot 18 jaar kunnen bij Bosman elk jaar 2 gratis accessoires voor de pomp bestellen. Dus ook draagtasjes, clips, hoesjes en buikbanden waarmee je kunt sporten. 
 

Hypo of hyper ná het sporten 

Het effect van sporten op je glucosewaarde kan nog uren doorwerken. Zo kan het gebeuren dat je kind in de nacht opeens een hoge of lage glucosewaardes krijgt. Hogere waardes zijn meestal het gevolg van het afkoppelen van de pomp of tijdelijk verlaagde basaalstand. Na het sporten duurt het dan weer even voor er voldoende insuline in het lichaam aanwezig is. Ook de koolhydraten die je kind tijdens het sporten eet, kunnen voor een stijging zorgen. Bas: “Ik los dat op door een extra correctie te geven na het sporten, als compensatie voor de gemiste insuline. Het is een kwestie van uitproberen om te ontdekken of dat voor jouw kind ook werkt, stem dit altijd even af met je diabetesteam.” 

Lage glucosewaardes of hypo’s krijg je omdat het lichaam langere tijd extra gevoelig blijft voor insuline. Je kunt dat voorkomen door de tijdelijke basaalstand van je pomp te gebruiken, minder insuline te spuiten of je kind iets extra’s te laten eten voor hij gaat slapen. 
 

De beste aanpak bij sporten met diabetes 

Er is niet één aanpak bij sporten die voor iedereen werkt. Vaak is het dus een kwestie van zoeken en proberen om te ontdekken wat voor jouw kind het beste werkt. Bas: “Begin rustig met aanpassingen en ga steeds een stapje verder om te kijken welk effect dat heeft. Heb je een goede strategie gevonden? Helemaal fijn, maar besef dat geen enkele situatie hetzelfde is en dat die ene goede strategie niet altijd zal werken.” 

Lukt het niet? Laat je niet ontmoedigen maar vraag om hulp. Bas: “Het is voor ieder kind fijn om te kunnen sporten en daar willen wij graag bij helpen. Mail ons je verhaal of meld je aan voor onze activiteiten. We leren je graag hoe je dat uurtje sporten lekker kunt volbrengen!” 
 

Handig: checklist voor het sporten met diabetes 

Een kind met diabetes moet nét even wat meer spullen meenemen als hij gaat sporten. Daarom kun je hier een handige checklist downloaden. Zo weet je zeker dat je kind goed voorbereid aan de start verschijnt! 

 

Meer over diabetes en kinderen? 

Alles over sporten, voeding, alcohol, school, pompsystemen en opgroeien met diabetes. 

Nieuwsbrief melding

Altijd op de hoogte?

Ontvang 4x per jaar de nieuwste diabetes technologie in je mailbox.