Seks & diabetes: spannend en soms ook lastig

Onzekerheid

Elke jongere voelt zich weleens onzeker over zijn of haar lichaam. Ben ik niet te dik of te dun? Te lang of te klein? Ben ik knap genoeg? Tieners die diabetes hebben, kunnen zich daar ook onzeker over voelen. Ze vragen zich af of hun vriend(in) het niet gek vindt dat ze een insulinepomp dragen. Of misschien vinden ze het vervelend dat ze spuitplekken hebben op hun buik. Ze willen liever niet anders zijn dan anderen en ze verbergen hun diabetes als dat even kan. 
 

Als ze seks gaan hebben, komt die diabetes ineens vol in beeld. Daarom is het goed om hierover het gesprek met ze aan te gaan. Vertel dat ze zich niet hoeven te schamen voor hun diabetes. Het maakt ze tot wie ze zijn, net als hun krullen, hun grappen en hun glimlach.
  

Hypo’s & hypers

Eigenlijk kun je seks vergelijken met sporten: je levert een lichamelijke inspanning en dat heeft invloed op de bloedglucosewaarde. Omdat er energie verbruikt wordt, daalt de bloedglucose. Na een vrijpartij heeft je zoon of dochter dus meer kans op een hypo.
 

Maar seks is ook spannend, en daardoor kan de bloedglucose juist omhoogschieten. Je hoeft zo’n hoge waarde niet (of nauwelijks) te corrigeren, vaak zakt die vanzelf weer. 
 

Ieder mens is anders en je kind moet zelf ontdekken hoe zijn of haar lichaam reageert. Als tip kun je meegeven dat het slim is om altijd de bloedglucosewaarde te checken voor ze gaan vrijen. Is die aan de lage kant? Eet dan eerst wat. Dan hoeven ze zich daar in ieder geval geen zorgen over te maken.

Waar laat je je pomp?

Tijdens het vrijen kan een insulinepomp in de weg zitten. En niet iedereen vindt het fijn om naakt te zijn met een pomp aan het lijf. Vaak is het mogelijk om de pomp tijdelijk af te koppelen, net zoals je kind tijdens het douchen doet. Omdat de insulinetoevoer dan even stopt, is het goed om van tevoren de bloedglucose te checken en bij een hoge waarde eventueel een bolus te geven. 
 

Het is belangrijk dat je kind niet vergeet om na het vrijen de pomp weer aan te koppelen. Val je in slaap, dan zit je lang zonder insuline en kun je wakker worden met een hyper (en een rotgevoel). Voor het vrijen alvast een wekker instellen is dus handig! 
 

De pomp aangekoppeld houden tijdens het vrijen kan ook. Ze kunnen de pomp dan los naast zich in bed leggen, maar moeten wel goed opletten dat ze niet per ongeluk hard aan de infuusslang trekken. Ook kan het slim zijn om de basaal tijdelijk wat lager te zetten of de sportstand te gebruiken. Zo voorkom je dat je tijdens het vrijen een hypo krijgt. Ook bij een patchpomp (die je niet af kunt koppelen) is dat aan te raden. Je kind kan dit ook bespreken met de diabetesverpleegkundige, die kan precies vertellen wat voor jouw kind de handigste optie is.

Als het niet lukt…

Soms kan het gebeuren dat de diabetes een fijn seksleven in de weg zit. Als je waardes flink schommelen heb je meestal minder zin om te vrijen. Een hyper kan je moe en chagrijnig maken, ook als is je vriend(in) nog zo lief voor je. En heb je een hypo, dan moet je eerst wat eten voor je kunt gaan vrijen. Ook dat kan de sfeer behoorlijk verpesten…

Diabetes kan ervoor zorgen dat er minder geslachtshormonen worden aangemaakt. Ook dan heb je minder zin in seks. Voor jongens kan het lastiger zijn om een erectie te krijgen, meisjes kunnen droogheid (en dus pijn) bij het vrijen ervaren. Ook vaginale infecties komen vaker voor als je diabetes hebt. Heeft je kind er last van, dan kan de diabetesarts advies en eventueel medicatie geven.

Praat erover

Ook al is praten over seks niet in elk gezin even vanzelfsprekend, het is toch goed als je kind weet waar hij of zij mee te maken kan krijgen. Naast het standaard gesprek over de bloemetjes en de bijtjes hoort praten over seks en diabetes er ook gewoon bij. Met diabetes kun je net zoveel genieten van vrijen als ieder ander. Maar je kunt ook, net als iedereen, in je relatie te maken krijgen met seksuele problemen.
 

Zit je kind ergens mee? Het helpt als ze hun hart kunnen luchten. Praten met tieners kan best een uitdaging zijn, helemaal als het over zo’n gevoelig onderwerp gaat. Probeer een rustig moment te kiezen en het gesprek zo open en neutraal mogelijk te houden. Laat je kind het tempo bepalen en luister goed. Zo laat je weten dat je er voor ze bent. 
 

Niet elke tiener wil het met zijn ouders hebben over seksualiteit. In een veilige relatie kunnen ze hun zorgen en vragen ook bij hun vriend(in) kwijt. Ze kunnen aangeven dat ze zich ergens onzeker over voelen. En ze kunnen ook bespreken dat stemmingswisselingen bij diabetes horen, en niks te maken hebben met hoe leuk ze hun vriend of vriendin vinden. 
 

Met vragen over seks kan je kind ook terecht bij het eigen behandelteam. Dat kan tijdens een reguliere controle, maar je kind kan ook een consult aanvragen zonder dat jij er als ouder bij bent. En vaak is het ook mogelijk om dan hun vriend of vriendin mee te nemen. Het behandelteam kent je kind én weet alles over diabetes. En als het nodig is, kunnen ze je kind ook doorverwijzen naar een seksuoloog.