Op vakantie met een insulinepomp

De vakantie is begonnen! Heb je al plannen gemaakt voor een reis naar het buitenland? Dat betekent een andere temperatuur, ander eten, een ander ritme… Zorg dan dat je goed voorbereid bent. Maike legt uit waar je op moet letten als je een insulinepomp draagt.

Regel een ‘vakantie insulinepomp’ (leenpomp)

Ga je naar het buitenland, dan kun je vaak een leenpomp aanvragen bij de fabrikant van je insulinepomp. Gaat je insulinepomp stuk terwijl je op vakantie bent, dan heb je direct een reserve-exemplaar bij de hand. Vergeet niet om je pompinstellingen mee te nemen, want in zo’n nieuwe pomp moet je natuurlijk wel jouw persoonlijke instellingen zelf invoeren. Heb je de leenpomp niet gebruikt, dan lever je hem na de vakantie weer in. Vergeet niet je diabetes materialen en medicatie mee te nemen, dus je teststrips, lancetten, infusiesets, glucosemeter, sensoren en insuline. Met een doktersverklaring waarin staat dat je al die materialen nodig hebt voor je diabetes, kunnen ze zonder problemen in je handbagage. Beter iets te veel meegenomen, dan in het buitenland op zoek moeten naar een nieuwe voorraad…

Mag de insulinepomp in het vliegtuig?

Met een insulinepomp kun je gewoon vliegen. Je mag met je pomp door het poortje van de metaaldetector, maar niet door een bodyscanner waarbij röntgenstralen gebruikt worden. Laat de douanemedewerker weten dat je een insulinepomp draagt. Je kunt dan de pomp afkoppelen en zelf door de scan lopen, of je wordt met een handscanner gecontroleerd. Een patchpomp kun je niet afkoppelen, daarmee kun je dus niet door een bodyscan.

Je pomp is prima bestand tegen het drukverschil in het vliegtuig. Door de lage druk bestaat wel de kans dat er luchtbelletjes in het slangetje ontstaan. Stijgt je bloedglucose, check dan eerst of het hierdoor komt. 

Insulinepomp en tijdsverschil

Reis je naar een andere tijdzone, vergeet dan niet om de tijd in je pomp aan te passen. Is het tijdsverschil meer dan twee uur, dan kun je de tijd het beste in stappen aanpassen. Je lichaam heeft immers ook tijd nodig om te wennen aan het tijdsverschil. Overleg met je behandelteam wat voor jou de beste aanpak is. 

Insulinepomp op vakantie: zon & zwemmen

Bij warm weer heb je meestal minder insuline nodig. Ga je daarbij iets sportiefs doen (zoals zwemmen, mountainbiken of volleyballen) dan heb je nóg minder insuline nodig. Het is dus slim om de basaalstand op vakantie aan te passen. Overleg met je behandelaar hoe je dit aanpakt: je kunt je basaalpatroon aanpassen of gebruik maken van een tijdelijke basaalsnelheid.

Koppel je de pomp af, bijvoorbeeld als je gaat zwemmen, leg die dan ergens in de schaduw. Ga je lekker zonnen, dan kun je de pomp het beste onder een handdoekje leggen zodat de insuline niet in de volle zon ligt. Hetzelfde geldt trouwens voor je bloedglucosemeter: als die te heet wordt, werkt hij vaak niet. Laat je materiaal dus ook niet in de auto liggen, want de hitte in de auto kan impact hebben op bijvoorbeeld je CGM.

Snel geholpen

Gaat er iets mis? Dan is het handig als je direct een telefoonnummer bij de hand hebt. In je telefoon zetten dus: het nummer van je behandelteam, van de pompleverancier en van je hulpmiddelenleverancier. Fijne vakantie!