Wissel op tijd de infusieset 

Ook al is het niet de favoriete bezigheid van je kind, stel het wisselen van de infusieset niet uit. Als het setje langer dan drie dagen op dezelfde plek zit, kan de huid rondom het naaldje geïrriteerd raken, gaan jeuken of ontsteken. Ook kan het zijn dat de insuline minder goed wordt opgenomen, omdat het weefsel op de plek van het naaldje als het ware verzadigd raakt. Dat kan schommelende glucosewaarden tot gevolg hebben. 

Soms móet je eerder vervangen: bijvoorbeeld wanneer de insulinepomp een verstopping meldt, als het naaldje pijn doet of als het setje per ongeluk losraakt (bijvoorbeeld tijdens spelen of sporten). 
 

De beste plek voor het inbrengen van de infusieset 

Bij kinderen wordt de infusiesetje meestal op de bil geplaatst. Dat heeft twee voordelen: omdat hier veel onderhuids vet zit, is het inbrengen minder gevoelig. En omdat ze het naaldje niet kunnen zien, is inschieten ook minder spannend. 

De infusieset kan ook worden gezet op de buik, als daar tenminste voldoende onderhuids vet aanwezig is. Sommige kinderen vinden de flanken (de zijkant van romp, vlak boven de broekband) ook een fijne plek. 
 

Infusieset: naaldje kiezen 

Er zijn verschillende soorten infusiesets. Sommige hebben een metalen naaldje. Dit naaldje breng je loodrecht in. Het voordeel van een stalen naaldje is dat er geen knik in kan komen, dus de kans op verstopping is klein. Het inbrengen is te vergelijken met een prik van de insulinepen: je doet het zelf en kunt dus heel gecontroleerd werken. 

Er zijn ook infusiesets met een flexibel teflon naaldje. Om ze in te brengen is een hulpmiddel nodig: de inserter. Die schiet een metalen naaldje in de huid. Vervolgens trek je het naaldje weg en blijft de dunne teflon canule achter. Omdat teflon meebeweegt voel je het naaldje nauwelijks of niet. Er zijn ook teflon naaldjes die onder een schuine hoek de huid ingaan, ideaal wanneer je kind minder onderhuids vet heeft. 

Je behandelteam kan je de verschillen laten zien en advies geven welke het beste bij je kind zou passen. Bevalt een systeem niet? Dan kun je altijd wisselen. 
 

Pleister van de infusieset verwijderen 

Voordat je een nieuwe infusieset gaat plaatsen, verwijder je eerst de oude set. De pleister laat makkelijk los als je hem eerst natmaakt met babyolie. Trek pleisters altijd zachtjes van de huid en niet met een ruk, daardoor kan de huid beschadigen. Restjes lijm kun je weghalen met pleisterverwijderaar (bijvoorbeeld Limisan). Verzorg de huid na het schoonmaken met een vette crème (bijvoorbeeld Bepanthen) die de huid weer helpt herstellen. 
 

Pijnloos inbrengen infusieset: zo doe je dat 

Hou het infusienaaldje buiten het blikveld van je kind. Het zien van een naald zet het zenuwstelsel namelijk op scherp. Zie je geen naald, dan is de prik minder pijnlijk. Door met een ijsklontje over de huid te wrijven, verdooft die een beetje. Zo voelt je kind minder van de prik. 

Is je kind wat angstig en wil hij echt niks voelen, dan kun je Emla crème gebruiken (verkrijgbaar op recept). Je brengt deze verdovende crème een uur van tevoren aan op de plek waar je de infusieset gaat zetten. Verwijder de crème weer voordat je het setje inschiet.  

Tip: als je kind moe is, kan het pijn sneller en intenser ervaren. ’s Ochtends is dus een beter moment om de infusieset te verwisselen dan ‘s avonds. 
 

Zelf doen? 

Volgens het Diabetes Groeimodel is een kind tussen 10 en 12 jaar ertoe bereid om zelf een infusieset te vervangen. Uiteraard is dit een richtlijn: sommige kinderen kunnen het al op jongere leeftijd, andere hebben nog wat langer hulp en ondersteuning van de ouders nodig. Door je kind aan te moedigen en vertrouwen te geven, zet je steeds een stapje verder richting zelfstandigheid

Meer over diabetes en kinderen? 

Alles over sporten, voeding, alcohol, school, pompsystemen en opgroeien met diabetes. 

Nieuwsbrief melding

Altijd op de hoogte?

Ontvang 4x per jaar de nieuwste diabetes technologie in je mailbox.