Glucosesensor: dit moet je weten
Wilde jij vroeger je glucosewaarden bepalen, dan deed je dat met behulp van de glucosemeter en vingerprik. Dat kan tegenwoordig ook anders. Naast die optie kun je nu kiezen voor een glucosesensor. De DiabetesExperts van Bosman vertellen je er alles over.
Meten met een glucosesensor
Met een glucosesensor is het prikken om achter je glucosewaarden te komen verleden tijd. Er zijn twee manieren om te meten: met een Continue Glucose Monitoring (CGM) of met een Flash Glucose Monitoring (FGM). De CGM meet continu de glucosewaarden en de FGM alleen wanneer je de sensor scant. Bij beide metingen wordt onderhuids in het interstitiële vocht je glucose gemeten. Deze meting loopt hierdoor vijf tot tien minuten achter ten opzichte van de vingerprik.
Waarom meten via een glucosesensor?
Met een gewone bloedglucosemeter kun je goed je waarden meten. Toch kun je informatie missen. Je zult nooit zeker weten of je op weg bent naar een hypo of dat je waarden juist aan het stijgen zijn, omdat het een momentopname is. Met een CGM of FGM krijg je die informatie wel. Die kun je via een reader of een app opvragen. Het geeft je een completer beeld omdat de sensor constant de waarde meet.
Variatie sensorsystemen
Inmiddels kent de markt meerdere sensorsystemen. Ieder met zijn eigen kenmerken. Het verschil zie je onder andere vaak terug in de koppeling met de insulinepomp, werkingsduur van de sensor en of kalibratie nodig is.
Ben je helemaal overtuigd van een glucosesensor? DiabetesExperts van Bosman helpen je verder op weg met informatie.
Bespreek een eventuele aanvraag met je behandelaar.
Meer informatie? Vraag het gratis magazine aan!
In ons magazine lees je meer achtergrondinformatie over insulinepompen en glucosesensoren. We sturen het graag naar je op!