Als ouder weet je dat er over diabetes veel te leren valt. Wanneer de meester of juf nog nooit een kind met diabetes in de klas gehad heeft, is de kans groot dat er weinig bekend is over deze aandoening. Wil je dat je kind met diabetes zorgeloos naar school kan, dan is het goed om in grote lijnen uit te leggen wat diabetes is. Vertel dat een kind met diabetes in principe gewoon mee kan doen met de rest van de klas, maar dat er wel wat extra aandacht voor nodig is. In het begin zal het even zoeken zijn naar de juiste manier van werken, maar na verloop van tijd zul je merken dat je er samen een weg in vindt. 
 

Kind met diabetes: dit moet de leerkracht weten 

Diabeteszorg op school: wie doet wat? 

Samen met de leerkracht, de intern begeleider en iemand van de schoolleiding stel je een diabeteszorgplan op voor je kind. Daarin leg je vast wie de zorg voor de diabetes op zich neemt tijdens de uren dat je kind op school is en wie de diabeteshandelingen uit gaat voeren. Oudere kinderen kunnen na een poosje al veel dingen zelf, bij jongere kinderen zal de leerkracht nog meer taken op zich moeten nemen. 

Het is voor iedereen fijn als de afspraken rondom de diabetes duidelijk op papier staan. Zo weet iedereen wat er moet gebeuren bij hoge of lage glucosewaardes, en ook wanneer de ouders of 112 gebeld moeten worden. Een handig voorbeeld van zo’n diabeteszorgplan vind je op de website van Zorgeloos met Diabetes naar School. Print het uit, vul het in en zorg dat het zorgplan op school voor iedereen vindbaar is.
 

Medische diabeteshandelingen op school 

De medische handelingen die bij diabetes verricht moeten worden, kun je opdelen in twee groepen: de voorbehouden en niet-voorbehouden handelingen. 

  • De handelingen die risico’s met zich meebrengen zijn voorbehouden handelingen. Ze mogen worden uitgevoerd door medisch geschoolde zorgverleners. Voorbeelden hiervan zijn het toedienen van insuline met een insulinepen of het vervangen van een infusiesetje. Voorbehouden handelingen mogen op school óók worden uitgevoerd door personeel dat geen medische achtergrond heeft. Voorwaarde is wel dat dit vrijwillig gebeurt én dat de persoon die de handelingen uitvoert over voldoende kennis en vaardigheden beschikt. 
  • Alle andere handelingen zijn niet-voorbehouden handelingen. Het toedienen van insuline met een insulinepomp (bolussen) of het prikken van een glucosewaarde vallen daaronder. Niet-voorbehouden handelingen mogen door iedereen worden gedaan, als het maar zorgvuldig gebeurt. 
     

Diabeteszorg op school: wat mag en wat moet? 

Alle kinderen vanaf vier moeten naar school kunnen gaan, ook als zij gezondheidszorg nodig hebben. Met de invoering van de Wet passend onderwijs hebben scholen een zorgplicht. Dat betekent dat elke school verplicht is om te onderzoeken hoe ze de zorg voor een kind met diabetes op school kunnen organiseren. Zomaar zorg weigeren, dat mag niet. De school is echter niet verplicht om voorbehouden medische handelingen te verrichten. Meer weten over wat kan, wat mag en wat moet? Er is een handige factsheet opgesteld door het Ministerie van Onderwijs en het Ministerie van Volksgezondheid. 
 

Diabetes en toetsen 

Een proefwerk, spreekbeurt of toets is vaak spannend voor een kind. Door de stress kan de glucosewaarde enorm stijgen en later ook weer enorm dalen. Maar ook een toets na een gymles is niet handig: de kans op een hypo is dan groot. 

Hoge of lage glucosewaardes verminderen de concentratie van een kind en kunnen dus invloed hebben op de prestaties. Met name bij belangrijke toetsen is het daarom goed om daar afspraken over te maken. Vraag je kind om de gemeten glucosewaarde bij het begin en het einde van de toets te noteren. Bij hoge of lage waardes moet je kind extra tijd krijgen om die waardes te reguleren. 
 

Buiten spelen & gymmen als je diabetes hebt 

Gaat een kind lekker bewegen of sporten, dan is vaak er minder insuline nodig. De kans dat er een hypo ontstaat, is dus groter. Vraag of er tijdens het buiten spelen iemand toezicht houdt die de signalen van een hypo herkent. Ook de gymleerkracht moet op de hoogte zijn van het effect van sporten op diabetes. Je kunt afspreken dat er minder insuline wordt gegeven voor een beweegmoment en dat er eventueel iets extra’s gegeten mag worden. Stop altijd voldoende dextro en/of sportdrank in de gymtas van je kind en zorg ook voor een voorraadje dextro in de klas. Ook de planning kun je samen met school bekijken: een gymles ná een eetmoment is handiger dan ervoor. 
 

Traktaties in de klas 

Feestje te vieren? Een kind met diabetes wil dan graag lekker meedoen. Vraag aan de leerkracht of traktaties in de klas halverwege de ochtend gegeven kunnen worden. Voor de meeste kinderen is dit het moment dat er sowieso een tussendoortje gegeten moet worden. Het is handig als je van tevoren weet wat de traktatie is, zodat je de hoeveelheid koolhydraten kunt berekenen. Of vraag of de leerkracht (of je kind) je een foto appt, zodat je een inschatting kunt maken. Dan kun je meteen aangeven of er eventueel extra insuline voor gegeven moet worden. Een andere optie is om te vragen of er aan het einde van de dag getrakteerd kan worden. De traktatie kan dan mee naar huis. 
 

Elke dag is anders voor een kind met diabetes 

Bij diabetes is geen dag precies hetzelfde. Heel vaak zul je (kleine) aanpassingen moeten doen in de hoeveelheid insuline, afhankelijk van wat je kind gaat doen, wat hij gaat eten en hoe hij zich voelt. Daarom kan het handig zijn om de dagelijkse gang van zaken in een heen-en-weer schriftje te zetten. Zo hou je de leerkracht op de hoogte van bijzonderheden, en andersom. Een voorbeeld van zo’n schriftje kun je hieronder downloaden.  
 

Zorgeloos met diabetes naar school 

Nog veel meer handige informatie kun je vinden op de website van de stichting Zorgeloos met Diabetes naar School. Daar kun je verschillende documenten downloaden waarmee het makkelijker wordt om de diabeteszorg op school goed te regelen. De informatie is ook te bestellen in gedrukte vorm. Je ontvangt dan een leuk blikje boordevol informatie om mee naar school te nemen. 
 

Heen-en-weer schriftje 

Zeker in het begin kan het handig zijn om een heen-en-weer schriftje te gebruiken. In de ochtend kun je noteren met welke glucosewaarde je kind is opgestaan. Ook de inhoud van de broodtrommel kun je daarin zetten, zodat de leerkracht niet hoeft te rekenen. De leerkracht kan noteren hoeveel insuline er is gegeven bij de eetmomenten. 

Ook voor alle bijzonderheden is er ruimte. Zo kun je leerkracht op de hoogte brengen van een nachtelijke hypo waar je kind overdag nog last van kan hebben. En de leerkracht kan aangeven dat er de volgende dag iemand gaat trakteren of dat een extra fysieke activiteit op de planning staat. 

 

Meer over diabetes en kinderen? 

Alles over sporten, voeding, alcohol, school, pompsystemen en opgroeien met diabetes. 

Nieuwsbrief melding

Altijd op de hoogte?

Ontvang 4x per jaar de nieuwste diabetes technologie in je mailbox.