1. Peuters met diabetes, komt dat vaak voor? 

Cathelijne: “Meestal ontstaat diabetes type 1 tussen 7 en 11 jaar. Maar af en toe wordt ook bij jongere kinderen de diagnose al gesteld. Dat is vaak niet zo eenvoudig. Ouders zien dat hun kind zich niet lekker voelt of niet fit is, maar het kind kan zich nog niet goed uiten en vertellen wat er aan de hand is. Huisartsen komen dit ook zelden tegen, dus zullen ze minder snel aan diabetes denken. Het komt vaak pas in het ziekenhuis aan het licht.” 
 

2. Wat vertel je zo’n jong kind over zijn diabetes? 

“Echt uitleggen wat er aan de hand is, dat lukt nog niet bij hele jonge kinderen. Maar er zijn wel korte filmpjes, plaatjes en boekjes die je voor jonge kinderen kunt gebruiken. De boekjes en animaties van Meneer Pienter (zie ook de boekenlijst-download onderaan) bijvoorbeeld zijn geschikt vanaf 4 jaar en leggen op een eenvoudige manier uit wat diabetes is. Op YouTube vind je ook het filmpje van Wippie Wiebelbeen over een kabouter met diabetes. Daarnaast kun je het beste goed naar je kind kijken en antwoord geven op de vragen die vanzelf komen. Kinderen kunnen vaak heel goed aangeven waar ze behoefte aan hebben. Hou je antwoorden simpel en beeldend. Als je een bolus moet geven op de insulinepomp, kun je bijvoorbeeld zeggen: we gaan je buik een berichtje sturen dat er eten aan komt. Je kind leert zo de connectie tussen voeding en de pomp. Gelukkig zijn ouders vaak heel inventief hierin.” 
 

3. Kun je ook de minder leuke kanten van diabetes met peuters bespreken? 

“Dat zou ik zeker doen. Wanneer je als ouder grote zorgen hebt, verdriet, angst of onzekerheid, kun je dat het beste gewoon benoemen. Kinderen hebben daar namelijk voelsprieten voor, die pikken feilloos op dat er iets aan de hand is. Het is belangrijk om je kind dan te betrekken bij het gesprek en simpelweg te benoemen wat er aan de hand is. Dat de nieuwe situatie niet zo leuk is voor je kind en ook niet voor papa en mama, maar dat je samen een slimme manier gaat zoeken om het aan te pakken zodat je weer alles kunt doen wat je graag doet.” 
 

4. Hoe betrek je peuters bij de zorg voor hun diabetes? 

“Door ze bepaalde handelingen al zelf te laten doen. Daardoor werken ze niet alleen beter mee, maar groeit ook hun gevoel van trots, eigenwaarde en autonomie. Zo worden ze stapje voor stapje zelfstandiger. Ook jonge kinderen kunnen al dingen zelf, het is per kind een zoektocht naar wat ze al kunnen op welk moment. In de peuterleeftijd kunnen ze bijvoorbeeld al zelf handen wassen, de prikpen doordraaien, de scanner langs de sensor halen, een infusiesetje klaarleggen, het afval weggooien. Zo ga je steeds een stapje verder. Een kind dat zelf al een vingerprik kan doen, straalt als het gelukt is!” 
 

5. Wat als je peuter weerstand ontwikkelt tegen die dagelijkse prikjes? 

“Soms hebben jonge kinderen een trauma van prikken. Als ze bijvoorbeeld ontregeld op de eerste hulp binnenkwamen en door het vochttekort maar moeilijk een infuus aangelegd kon worden. Om zo’n nare ervaring te verwerken is vaak de hulp van een psycholoog nodig. Voor peuters met diabetes is positief taalgebruik heel belangrijk. Heb het niet over ‘bloed’, ‘prik’ en ‘pijn’, maar benoem juist de dingen waar het kind grip op heeft en die hij zelf kan: ‘wat kun jij goed stil zitten’, ‘je mag je knuffel lekker vasthouden’. Of richt je op wat er na de behandeling komt: ‘wat ga je vanmiddag doen?’ Zo haal je de aandacht uit het moment van nu. Daarnaast kun je je kind afleiden met een filmpje, een spelletje of een gesprekje. Veel kinderen zijn blij verrast als het dan zo gepiept is. Gebruik na afloop ook weer positieve taal: ‘wat heb je dat knap gedaan’, ‘wat heb je ondertussen een mooie tekening gemaakt’. Zo onthouden ze de positieve ervaring en dat helpt bij de volgende keer.” 
 

6. Hoe voorkom je dat je jouw angst overbrengt op je kind? 

“Kinderen voelen het onmiddellijk aan als hun ouders angstig zijn. Probeer daarom rustig te blijven en kalm tegen je kind te praten. Ademhalingsoefeningen kunnen helpen om stress te verminderen. Merken we dat ouders er toch moeite mee hebben, dan zullen we ze altijd helpen om hun angst te overwinnen. Daarvoor kunnen ze begeleiding krijgen van het behandelend team.” 
 

7. Krijgen peuters met diabetes automatisch een insulinepomp? 

“Onder de 3 jaar in principe wel. Tussen 3 en 4 jaar kijken we kritisch: moet het meteen? Een insulinepomp maakt het meteen heel heftig, dan krijg je zoveel informatie tegelijk. We leggen dan vaak eerst de focus op het leren omgaan met diabetes en stappen later over op de pomp. Een groot voordeel van de insulinepomp voor kinderen is dat je daarmee veel kleinere hoeveelheden insuline toe kunt dienen dan met een insulinepen.” 
 

8. Kun je anderen wel voor je peuter met diabetes laten zorgen? 

“Het kost je als ouder tijd om het eerst zelf in de vingers te krijgen. Pas dan kun je de zorg met een gerust hart overdragen. Op een peuterspeelzaal is je kind vaak maar een paar uurtjes, meestal adviseer ik om de eerste paar keer langs te gaan om te meten. Je moet wel uitleggen wat diabetes is, wat ze je kind mogen geven en wanneer ze contact op moeten nemen. 

Gaat je peuter naar een kinderdagverblijf, dan bekijk je samen wie er bereid is om de diabeteszorg te leren en over te nemen. Daarbij moet je wel duidelijke kaders stellen, maar meestal kom je daar samen wel uit.” 
 

9. Hoe kun je een peuter sterk maken in het omgaan met diabetes? 

“Dat doe je vooral door je kind zoveel mogelijk te betrekken bij alles rondom de diabetes. Vaak zijn ouders geneigd om de zorg zoveel mogelijk over te nemen. Ik hoor ze ook wel zeggen: kon ik de diabetes maar overnemen. Maar daar help je je kind niet mee; wanneer je het bij hem weghoudt, lijkt het alsof je kind zelf eigenlijk niet meedoet als het om de diabetes gaat. Je doet het dus bij voorkeur niet ‘voor’ maar ‘met’ je kind. Het helpt om complimentjes te geven, daar zal je kind zich stoer, stevig en sterk door gaan voelen. Door je kind te betrekken krijgt het de regie en de autonomie die het nodig heeft om zelfstandig te worden.”
 

Boekentips 

Wil je je peuter wat uitleggen over diabetes, dan zijn er verschillende voorleesboeken die je kunt gebruiken. Ook handig om uit te lenen aan het kinderdagverblijf of de peuterspeelzaal. 

 

Vragen na het lezen van dit artikel?

Neem dan gerust contact met ons op, onze DiabetesExperts gaan graag met je in gesprek.

Meer over diabetes en kinderen? 

Ga naar onze pagina over diabetes en kinderen. Hier vind je alles over sporten, voeding, alcohol, school, pompsystemen en opgroeien met diabetes.