De invloed van hormonen op je bloedglucosespiegel
Merk je dat er periodes zijn waarin je bloedglucosespiegel alle kanten op vliegt? Misschien komt het door hormonen. Die hebben namelijk een grote invloed op je bloedglucose. Jelena legt uit hoe dat precies werkt.
Wat zijn hormonen?
Hormonen zijn stoffen die je lichaam aanmaakt om allerlei processen te regelen. Ze zijn bijvoorbeeld betrokken bij de spijsvertering, de stofwisseling en de bloeddruk, maar ook gevoelens en emoties worden erdoor beïnvloed. Hormonen worden op verschillende plekken in het lichaam aangemaakt: in de hersenen, de schildklieren, de bijnieren, de voortplantingsorganen en de alvleesklier. Die laatste maakt de hormonen insuline en glucagon aan die de bloedglucosespiegel in evenwicht houden.
Hormonen & bloedglucose
Vooral voor vrouwen is de invloed van hormonen groot: zij doorlopen in hun leven immers verschillende fases waarin hormonen een belangrijke rol spelen. Maar ook mannen krijgen te maken met de invloed van diverse hormonen. Hieronder zet ik ze voor je op een rij en vertel ik welke invloed de hormonen hebben op je bloedglucose.
Puberteit en het dageraad fenomeen
Tijdens de puberteit krijg je te maken met oestrogeen en testosteron. Deze hormonen maken je lichaam minder gevoelig voor insuline. Daarnaast maakt het lichaam tijdens de puberteit ’s nachts veel groeihormonen aan, en ook die werken insuline tegen. Vaak is daarom in de ochtend de bloedglucose hoog. Dit wordt ook wel het ‘dageraad fenomeen’ genoemd. Dit fenomeen zie je overigens niet alleen tijdens de puberteit, het kan op alle leeftijden voorkomen.
Bloedglucose & maandelijkse cyclus
Veel vrouwen merken dat hun menstruatiecyclus ook van invloed is op de bloedglucose. Vlak voor de menstruatie, tijdens en vlak erna kunnen de waardes flink schommelen. Tip: hou een dagboekje bij waarin je in de dagen rondom de menstruatie de opvallende uitschieters en afwijkende waarden noteert. Zo is het makkelijker om op den duur een patroon te herkennen.
Insuline tijdens de zwangerschap
Tijdens een zwangerschap hebben met name oestrogeen en progesteron veel invloed. In het begin van de zwangerschap zijn vrouwen soms veel gevoeliger voor insuline, waardoor regelmatig hypo’s voorkomen. In de tweede helft van de zwangerschap zie je vaak dat de insulinegevoeligheid vermindert, waardoor je soms wel twee of drie keer zoveel moet injecteren als je gewend was. Bij sommige vrouwen zonder diabetes gebeurt iets vergelijkbaars: productie van insuline tijdens de zwangerschap is onvoldoende of zij reageren minder goed op insuline. Je krijgt dan zwangerschapsdiabetes. Deze vorm van diabetes verdwijnt direct na de bevalling. Het is belangrijk om een hoge bloedglucose tijdens de zwangerschap zoveel mogelijk te voorkomen, want die zijn niet goed voor de baby.
Bloedglucose in de overgang
In de overgang daalt de hoeveelheid oestrogeen in het lichaam. Helaas gaat dit niet altijd samen met een daling van de bloedglucosewaarden. In deze periode zorgen een veranderende vetverdeling en slaapproblemen vaak juist voor hogere waardes.
De invloed van stresshormonen op je bloedglucose
Piekstress levert een flinke dosis adrenaline op en dat zorgt voor een snelle (en vaak hevige) stijging van de bloedglucose. Ebt de stress weg, dan daalt de bloedglucose ook snel weer. Goed om te weten: die hoge bloedglucosewaarde voor een spannende wedstrijd of toets hoef je dus lang niet altijd te corrigeren met insuline!
Heb je last van langdurige of chronische stress, dan gaat het hormoon cortisol een rol spelen. Cortisol laat je bloedglucose ook stijgen en dat kan lang aanhouden. Je merkt vaak dat je meer insuline nodig hebt en dat de bloedglucose maar moeilijk daalt. Heb je vaak last van een hoge bloedglucose bespreek dit dan met je behandelaar.
Meer informatie? Vraag het gratis magazine aan!
In ons magazine lees je meer achtergrondinformatie over insulinepompen en glucosesensoren. We sturen het graag naar je op!